Maaien
We maaien op verschillende momenten in het groeiseizoen. Dit is tussen maart en november. Hoe we het gras onderhouden verschilt per locatie. Op deze pagina lees je meer over de verschillende manieren van maaien.
Voor het maaien maken we een verschil in gazon en ruw gras.
Gazon
Gazons zijn plekken binnen de bebouwde kom waar inwoners vaker gebruik van maken. Hier houden we het gras kort. Kort gras zie je bijvoorbeeld in parken, in woonwijken waar wordt gesport en gespeeld, bij hondenuitlaatplaatsen en op plekken waar goed zicht voor het verkeer nodig is.
De gazons maaien we in het groeiseizoen. Met onze aannemer Sight spreken we af hoeveel centimeter het gras maximaal mag zijn. Het aantal keer dat hij maait, hangt dus af van hoe snel het gras groeit. Dit wordt bijvoorbeeld bepaald door de temperatuur, hoeveelheid neerslag, voedingsstoffen in de bodem en soort grond.
Ruw gras
Een groot deel van al het openbaar groen bestaat uit ruw gras. Dit is lang gras, waarin vaak verschillende kruiden en bloemen groeien. Je vindt ruw gras vooral langs wegen, langs oevers van water en in het buitengebied. In het ruwe gras kunnen veel planten en dieren goed leven. Het trekt allerlei insecten, vogels, kleine zoogdieren en bodemleven aan. Zij vinden hier voedsel en schuilplekken en kunnen er overwinteren.
Ruw gras wordt 1 tot 2 keer per jaar gemaaid. Maaien is nodig om het grasland in stand te houden. Als we niet meer maaien ontstaat er vanzelf een bos. We verliezen daarmee ook de bloeiende en kruidachtige planten die we graag willen behouden. We maaien steeds vaker gefaseerd. Hierbij blijft elke maaibeurt een deel van het gras staan. Op deze manier behouden insecten hun schuilplaats en kan de natuur blijven groeien.